Tekstgrootte
Interview met Morasa:
Morasa weet wat hard werken is en heeft de moed om in zichzelf te blijven geloven. Ondanks haar dyslexie en moeite met taal wist ze haar vwo-diploma te behalen en studeert ze nu geneeskunde. Net als anderen ontmoette zij de nodige hobbels op haar pad. Nu is haar droom anderen verder te helpen en misschien wel terug te gaan naar Afghanistan om de medische zorg te verbeteren.
Mijn vader was al in Nederland toen ik heel jong was, hij heeft hier in Nederland de asielprocedure doorlopen en daarna mochten wij mijn moeder, broer, zusje en ik ook komen. In groep 3 kwam ik in de neveninstroomgroep, dat was heel eng. Ik sprak een andere taal en iedereen om mij heen sprak Nederlands. Later is ontdekt dat ik dyslexie heb, toen wist ik nog niet waarom de taal en leren lezen en schrijven zo moeilijk voor mij was. Pas in groep 4 en 5 leerde ik echt lezen, ik zat toen op het Mozaïek op de Zwanebloemlaan. Er was een extra leerkracht die met mij ging lezen en ik kreeg boekjes mee om thuis te oefenen. Omdat het leren lezen zo moeizaam ging werd er onderzoek gedaan. Daaruit bleek dat ik dyslexie had. Het is fijn dat ik een officiële dyslexieverklaring heb en die al jong heb gekregen. Daarmee krijg ik extra tijd om de toetsen goed te lezen en te maken. In groep 6 verhuisden mijn ouders en stapte ik over naar de Eimerssingel. Dat was erg zwaar voor mij want ik liet al mijn vriendinnen achter en begon opnieuw in een groep waar alle kinderen elkaar al kenden. Ik was best verlegen in het begin en ik moest echt wennen. In groep 7 kreeg ik mijn eerste advies, ik kreeg toen het advies om mavo te doen. Ik wilde een hoger niveau halen en ben toen nog harder gaan werken. In groep 8 was het advies veel hoger en viel de Cito ook veel hoger uit dan ik verwachtte. Tot mijn verrassing kon ik havo/vwo gaan doen. Het Mozaïek heeft me enorm geholpen met lezen en hebben veel aandacht aan mij besteed. Ik zou het ook fijn hebben gevonden als ze dat ook met Engels hadden gedaan, nu moet ik met mijn studie veel in het Engels lezen en je leert het gemakkelijker als je vroeg begint.
Naar het VO
Naar het Voortgezet Onderwijs gaan is een grote stap. De school is groot, je krijgt veel huiswerk, de toetsen zijn anders. Op het Mozaïek zijn veel kinderen uit verschillende landen, bij mij in de klas op het VO zaten vooral kinderen die oorspronkelijk uit Nederland kwamen. Het VO vraagt veel eigen verantwoordelijkheid, de toetsen kan je alleen goed maken als je oplet in de les en je huiswerk maakt. Je leert ook keuzes te maken als je teveel huiswerk op krijgt. Daar moet je echt je eigen weg in vinden, want je krijgt van alle vakken huiswerk. In de eerste klas kon ik ook niet meer zoveel buiten spelen en ik kreeg voor het eerst natuur- en scheikunde. In de 3e moest je een profiel kiezen en daarin zat scheikunde. Om daar veel beter in te worden keek ik op YouTube allerlei filmpjes waarin docenten de leerstof op een gemakkelijke manier uitlegden. Het voordeel daarvan was dat ik het stil kon zetten als ik iets niet snapte en opnieuw kon bekijken. Met de hoge cijfers voor scheikunde kon ik de lage cijfers voor de talen compenseren. Door mijn dyslexie weet ik dat ik het niet van mijn talen moet hebben. Ook op het Olympus kreeg ik extra les omdat ik dyslectisch was en extra tijd om de toetsen te halen. In de 4e ging het leren even minder, ik had een leuke klas, we waren één grote vriendengroep en dan zat ik in de klas ook soms te kletsen. Ik kreeg last van uitstelgedrag en moest soms tot 12 uur ’s nachts leren om de verloren tijd in te halen. Ik moest dan echt knokken om een toets toch te halen.
Naar de universiteit
Het eerste jaar zat ik in de loting voor de studie medicijnen, maar ik werd helaas uitgeloot. Ik koos toen medische biologie, daarmee kon je via een zijweg toch in aanmerking komen voor de studie medicijnen. De eisen daarvoor werden steeds aangescherpt en na een jaar gaf ik me op voor de geneeskundeloting in Groningen. Ook daar werd ik helaas uitgeloot. Mijn broer woonde in Groningen en studeerde daar farmacie en mijn zusje ging ook naar Groningen om farmacie te studeren. Ik besloot ook farmacie te gaan studeren. Mijn zusje Nazara en ik waren voor het eerst weg van huis en ik heb veel last van heimwee gehad, ook al woonde ik bij mijn broer en zus. Door mijn heimwee ging ik mij wel concentreren op mijn studie en ik haalde hoge cijfers. Je wordt wel heel zelfstandig als je niet meer bij je ouders woont. Ik reisde vaak alleen en leerde goed voor mijzelf te zorgen. Mijn droom bleef echter om geneeskunde te studeren en daarvoor had ik nog één kans. Mijn zus en ik probeerden het in Utrecht en gelukkig, deze keer werden we ingeloot. Ik heb het nu erg naar mijn zin, ik studeer medicijnen in Utrecht en woon weer thuis. Met deze studie krijg je naast theorie ook veel praktijk. Volgend jaar zit ik in het 3e jaar en ga je in een co-schap 3 maanden meelopen met een arts. Ik vind het menselijk lichaam erg interessant. Het leukst is les krijgen van chirurgen omdat zij kunnen vertellen over wat ze zelf hebben meegemaakt. In werkgroepen werken we met andere studenten samen en bespreken we praktijkgevallen die steeds ingewikkelder worden. Wij moeten dan bespreken wat er aan de hand kan zijn en welke behandeling hier nodig is. Nog 4 jaar en dan ben ik basisarts en daarna volgen de specialisaties. In de co-schappen kan ik gaan ontdekken welke kant ik echt op wil. Dat ik nu medicijnen studeer is een droom die is uitgekomen en eigenlijk had ik niet eens durven dromen waar ik nu ben.
Toekomst
Als ik afgestudeerd ben heb ik veel mogelijkheden, ik kan bijvoorbeeld naar Afghanistan gaan om daar te helpen. Hier in Nederland is de zorg goed, maar in Afghanistan sterven veel vrouwen tijdens de bevalling door slechte medische zorg. Ik hoop een goede arts te worden, die genoeg kennis heeft , die vriendelijk is en de patiënten serieus neemt. Ik heb nu nog een lange weg te gaan met mijn studie en kan nog nadenken over wat ik echt wil met mijn toekomst.
Tenslotte
In groep 8 had ik nooit gedacht dat ik zover zou komen als ik nu ben. Dat ik vwo zou halen, dat ik geneeskunde zou kunnen studeren. Eerst had ik mavo-advies, toen havo/vwo advies en ik heb hard gewerkt om het vwo ook echt te halen. Mijn advies voor de kinderen die ook wat willen bereiken, is doorzetten. Ik dacht ook dat ik mijn droom niet kon waarmaken. Als je iets heel graag wil kan je er komen. Ik heb mensen gezien die met mavo zijn begonnen en steeds hoger zijn opgeklommen, maar nu wel geneeskunde studeren. Als je hard kan werken en blijft geloven in je droom dan kan je die waarmaken.